In de oudheid ontdekten mensen dat bladeren en boomstammen in water zouden drijven, maar ze ontdekten dat het gewicht dat bladeren kunnen dragen erg klein is en het gewicht dat boomstammen kunnen dragen erg groot is. Hoe dikker de stam, hoe zwaarder het gewicht dat hij kan dragen. Mensen hebben ook ontdekt dat de lauriervormige boomstam onstabiel is in het water, hij zal rollen en mensen kunnen er wankel op zitten en mensen kunnen helemaal niet op de cilindrische boomstam bewegen.
Zo gebruikt men steenbijlen, steenzink, hamers en ander gereedschap om de ronde boomstammen plat te drukken. Later bleek dat het gebruik van vuur handiger was dan het bewerken van hout met een stenen bijl. Mensen strooiden dikke, natte modder over de delen van de stam die niet uitgegraven hoeven te worden, en verbrandden vervolgens de te verwijderen delen met vuur.
Op deze manier wordt het verbrande deel tot een laag houtskool gebrand en vervolgens met een stenen bijl omgehakt, dat gaat makkelijker. Zo wordt de kano met succes gemaakt.
In 1958 werden drie kano's opgegraven in Wujin County, Jiangsu Province, China. Volgens tekstueel onderzoek waren het kano's uit de Lente- en Herfstperiode en de Strijdende Statenperiode, 11 meter lang, 0,9 meter breed en 0,4 meter diep. Ze bevinden zich nu in het Nationaal Museum van China.
Tegenwoordig is de term "KANO" internationaal een verzamelnaam geworden voor KAJAK en KANO.
Tegenwoordig is kanoën een veel voorkomende wateractiviteit geworden voor moderne mensen. Omdat je het snel kunt leren, kunnen vrienden met een auto ze ook meenemen voor uitstapjes. Bovendien is het stel de afgelopen jaren teruggekeerd naar de natuur. Kanovaren is geschikt voor meren, valleien of peddelen langs de kust. Het kan worden gebruikt als sport- of vrijetijdsactiviteit terwijl u de windvleugels bewondert en zelfs vissen. Daarom kan worden gezegd dat het een golf van populariteit heeft veroorzaakt onder de jongere generatie.